Gemeentehuis Kalmthout
















De gemeente Kalmthout wenst de versnipperde gemeentelijke diensten samen met het lokale dienstencentrum te integreren op één plek. Het huidige, neoclassicistische gemeentehuis (1863) wordt hierbij ontdaan van zijn huidige uitbreiding om plaats te maken voor een nieuwe aanbouw waar het geclusterde programma in ondergebracht zal worden. Op die manier ligt het enerzijds in de ambitie van het gemeentebestuur om de dienstverlening naar de burger toe te versterken. Anderzijds door de keuze van de plek in de dorpskern van Kalmthout tracht het deze te versterken.
Het nieuwe uitbreidingsvolume positioneert zich parallel aan de kerk waardoor zuidelijk tussen de volumes een centraal belevingsplein ontstaat met de bestaande plataanbomen als zwaartepunt. Het vormt de publieke entree voor bezoekers tot het nieuwe gemeentehuis. Aan de noordelijke zijde, Rozeneind, bevindt zich de ingang voor het personeel. Daarbij verbindt een luifelstructuur deze twee adressen met elkaar en definieert in eenzelfde beweging aan de oostzijde een tuinkamer. Deze doet dienst als buitenruimte voor de cafetaria van het dienstencentrum en de personeelsrefter. Door de continuïteit van de luifel wordt een alzijdig en uitnodigend gebouw bekomen zonder een expliciete voor-en achterkant voor publiek en personeel.
In de verdere interne organisatie van het nieuwe volume wordt deze opdeling voortgezet door zones voor het personeel en het publiek te definiëren. Beide gebruikerszones ontmoeten elkaar in een centraal atrium dat het hart van het nieuwe gemeentehuis vormt. Een kenmerkend sheddak voorziet deze ruimte van natuurlijk licht en geeft het een gepast en genereus karakter. Tegelijkertijd zijn de verschillende programmaonderdelen op een compacte manier rondom deze centrale hal georganiseerd. De eenvoudige en heldere planopbouw resulteert zo in een flexibele structuur met dragende buitenwanden en centrale kolommen. Ruimtes worden zoveel mogelijk ingedeeld met lichte wanden, hetgeen veranderingen in de noden en wensen van de gebruiker doorheen de tijd toelaat.
Tot slot speelt het nieuwe uitbreidingsvolume in haar geveltaal niet in op contrast, maar omarmt het principe van de Weiterbau. Hierbij worden de materialisatie en geleding van de oudbouw voortgezet om zo tot een harmonieus geheel te komen.